FullSizeRender 2
Eigenlijk heb ik die herseninfarct wonderwel goed doorstaan. In het ziekenhuis aangekomen word ik direct onder de mri gelegd. Nog steeds begrijp ik niets van wat me verteld wordt. De vraag die door mijn hoofd zoemt ‘Hoe gaat het nu met me?’ kan ik nog niet stellen, ik stoot nog wartaal uit. Ik hou me vast aan de gezichtsuitdrukkingen die ik kan lezen in Charlotte en de verpleging. Even later waart een warme gloed door me heen, een gloed vol vertrouwen. Hier doet een spuitje beslist goed zijn werk, denk ik. Een bloedverdunner blijkt achteraf. ‘Plop’, zegt even later de prop in mijn hersenpan.

Er wordt een kamer geboekt voor me. In de lift daar naartoe begin ik al weer praatjes te krijgen. De eerste halve zin verlaat mijn lippen, een vraag- en antwoordspelletje komt weer op gang. En ’s avonds zit ik al weer uit bed, aan een tafeltje, chinees te eten.

Een kleine twee weken na mijn herseninfarct word ik, even voor negen, de operatiekamer ingereden. Op de rechterkant van mijn hals heeft de verpleging net een kruis getekend. Spoileralert: ik kom luttele uren later met een litteken aan de linkerkant naar buiten. Say what?

Met een trots ‘dit is de kamer van 6 miljoen’ wordt de ruimte gelabeld waar ik de komende tijd buiten bewustzijn zal vertoeven. Ik word van het bed getild, de operatietafel op. Verschillende mensen verzamelen zich rond mijn hoofd waarvan enkelen zich al eerder hebben voorgesteld waaronder een chirurg en een anesthesist. Voor de operatie wordt een soort stand-up scrummeeting gehouden waarin een checklist wordt doorlopen. Op een kleine 10 punten wordt afzonderlijk door ieder een ‘go’ gegeven. De operatie kan beginnen.

Terwijl twee mensen beginnen te frunniken aan de plek waar mijn narcose waarschijnlijk zal worden toegediend komt er een tweede chirurg de operatiezaal binnen. Hij heeft de scrummeeting gemist en loopt daarom nog even individueel het lijstje door. Nog voordat er een slangetje gekoppeld is wordt alles stilgelegd. De tweede chirurg constateert een fout in het protocol, daar waar iedereen onbewust op elk punt een go heeft gegeven ….

De eerste chirurg brengt me op de hoogte van het dilemma. Hij vraagt of ik weet aan welke kant ik geopereerd moet worden. Ik vraag hem of hij zich ervan bewust is dat ik net een herseninfarct heb gehad en dat het mij niet slim lijkt op mijn oordeel af te gaan. Twee medewerkers duiken achter de computer om het medisch dossier raad te plegen, de chirurg zelf klimt in de telefoon om direct met de neuroloog te overleggen…

Starend in de lampen van het plafond probeer ik mijn brein te bewegen me te vertellen welke emotie ik hier aan mag verbinden. WtF? ‘In welke slechte B-film ben ik nu weer beland’, is een van de eerste gedachten die in mijn hoofd nestelt. Totdat ik er echt op ga letten. De operatiekamer zit vol energetische chaos die zich meester maakt van mijn gedachten. Drie personen spreken, net buiten mijn beeld maar heel dicht bij mijn hoofd en afwisselend en door elkaar heen, over links, rechts, goed, links, rechts, fout en goed. Ik kan er even geen soep meer van trekken.

Ik voel wel dat IK NU iets moet doen. Dit gaat anders niet goed. Laat ik angst mijn leven regeren? Ik projecteer even een beeld dat ik rechtop ga zitten, iedereen lachend aan te kijken en te zeggen, ‘dames en heren, ik wens jullie allemaal nog een prettige dag, ik ga ergens anders spelen’. Ik constateer met een glimlach dat ik er inderdaad voor kan kiezen om nu weg te lopen. Dat beeld geeft mij een enorme rust. Ik heb mijn exit scenario verzonnen, een denkbeeldhouwer waardig. Ik kies echter voor het aanpassen van mijn wereldbeeld. Ik kies voor een perspectiefwissel. Ik neem me voor me om me volledig over te geven en volledig een(s) te zijn met de situatie.

Na een tijdje komt de chirurg met een goed verhaal. Het infarct heeft links in het spraakcentrum plaatsgevonden. Omdat er aan beide kanten vernauwingen waren van de halsslagader is er ergens een foutje ingeslopen en heeft iemand aan de verkeerde (rechter) kant een kruis gezet. Ik word aan de linkerkant geopereerd, iedereen is het er over eens, inclusief ikzelf. Welterusten.

FullSizeRender

Enkele weken na de prima uitgevoerde operatie spreek ik mijn broer, chirurg in een ziekenhuis in Breda, aan de telefoon. Ik heb even een luisterend oor nodig. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat dit is gebeurd? Mijn broer heeft ondertussen al wat telefoontjes gepleegd, chirurgen onder elkaar.

Voor de chirurg die later de operatiezaal binnenkomt is die vrijdag zijn laatste operatiedag in het Rijnstate. Hij start de maandag erna in een nieuwe functie, chirurg in het ziekenhuis van Breda, als directe collega van mijn broer…..

Ik draag mijn engelbewaarder links. 🙂
En jij?

Dit is het tweede verhaal in een serie dat verschijnt onder de titel #BrainsonTour.

Leave a Comment