‘Jij bent een eik’ schreef ooit een studente, ‘eenzaam en alleen, maar ook trots en standvastig op een vlakte’.
Ik voelde direct waar het vandaan kwam, ze had de kracht achter mijn kwetsbaarheid gezien. Want dat wat ik ten diepste ben is liefde, omwikkeld door eenzaamheid, wantrouwen, angst en haat.
Dat ligt in mijn diepste zijn geworteld.
Het is dat speelse jongetje van 11, dat daar in een hoek van het schoolplein aan de grond genageld is geworden. Als een boom, als een eik, omringd door een halve klas halvegaren die spektakel wilden zien, die bloed wilden zien vloeien omwille van een briefje over liefde. Vier of vijf klasgenoten overmeesterden me, trokken me bokshandschoenen aan, plaatsten me tegenover de sterkste jongen van de klas, zeker een kop groter dan mezelf en trokken een kring van waaruit ontsnappen mij niet meer mogelijk leek. De hele meute werd opgejut. Dit doodenge moment in mijn leven heeft me gevormd tot wie ik nu ben.
Op de grijze rauwe betonnen tegels plantte ik op dat moment de onverwoestbaarheid, strijdvaardigheid, kracht en liefde die uitgegroeid is tot de eik die ik nu ben. Op dat plein heb ik, temidden van de waanzin die zich als een virus verspreidde in de ogen van alle omstanders, heb ik de ander recht in zijn ogen gekeken en hem verteld dat hij vrij was om te doen waar hij zin in had. En dat ik hem geen pijn zou doen. Ik heb mijn armen langs mijn lichaam laten hangen terwijl er om me heen geschreeuwd, geduwd en gesjord werd. Ik heb de eerste voorzichtige slagen rustig opgevangen, totdat het incasseren van de klappen zwaarder en zwaarder werd en ik mijn schaamte liet varen, samen met de tranen. Toen de ander de angst uit mijn ogen zag verdwijnen en het medelijden zag verschijnen hield het slaan op.
Van eikel naar eik. Is dat wat ik in essentie ben? Hoe moet ik dat rijmen met dat wat ik steeds zoek in de ander, liefde. Liefde voor het vak, liefde voor de student, liefde voor de leerling in jezelf. In mijzelf. Wat heb ik allemaal nog te leren? Hoe kan ik de kunstenaar in mezelf wakker kussen? In mijn ‘werk’ ben ik continue op zoek naar de ander in mezelf, als spiegel van de wereld.
Mijn spiegel voor jouw wereld.
Ik sta nog steeds geworteld op die plek van het schoolplein. De tegels zijn rondom allemaal uit hun verband geduwd en getrokken, een enkele zelfs gespleten onder de kracht van #thePowertoFlower. Vaak kijk ik met verbazing hoe hard mensen zich kunnen stoten wanneer ze me niet (willen) zien staan. Maar net als toen ik nog een kleine eikel was van 11, ik ga niet maaien, niet zwiepen met mijn takken die vrij willen spelen in de wind. Ik adem, ik voel. En soms, heel soms, als een mens met zijn mes zijn naam in mijn kern wil graveren, laat ik stilletjes mijn sappen vloeien.
Ik zal er nog staan lang nadat zij vergeten zijn.
https://www.facebook.com/RobGreenfield/posts/1208485695945173:0